5.1 Wonderen
1 / 29
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Jezus’ eerste wonder was:
A
Het te eten geven van drieduizend mensen
B
De genezing van een blinde man
C
Het uit de dood opwekken van een meisje
D
Water in wijn veranderen op een bruiloft
Slide 2 - Quizvraag
Hoe heette de vader van het meisje dat door Jezus uit de dood werd opgewekt?
A
Jonathan
B
Jefta
C
Johannes
D
Jaïrus
Slide 3 - Quizvraag
Een verlamde man werd door zijn vrienden bij Jezus gebracht. Hoe kwamen zij binnen?
A
Via de deur
B
Via het raam
C
Via het dak
D
Ze kwamen niet binnen, maar wachten buiten
Slide 4 - Quizvraag
Welke vriend werd door Jezus uit de dood opgewekt?
A
Petrus
B
Lazarus
C
Judas
D
Johannes
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel van de 10 melaatsen die door Jezus werden genezen, kwamen terug om te bedanken?
A
1
B
2
C
4
D
10
Slide 6 - Quizvraag
Hoe reageerden de mensen toen Jezus zei dat het dochtertje van Jaïrus sliep?
A
Ze waren verbaasd
B
Ze lachten Jezus uit
C
Ze werden boos
D
Ze huilden alleen maar harder
Slide 7 - Quizvraag
Wat wilden de mensen met Jezus doen nadat Hij meer dan 5000 mensen te eten had gegeven?
A
Ze wilden hem koning maken
B
Ze wilden hem gevangen laten nemen
C
Ze wilden hem niet laten weggaan
D
Ze wilden dat Hij hen nog meer eten gaf
Slide 8 - Quizvraag
Wat deden de Farizeeën met de genezen blinde, die in Jezus geloofde?
A
Ze namen hem gevangen
B
Ze vroegen hem om een opleiding tot Farizeeër te gaan doen
C
Ze joegen hem weg uit de synagoge
D
Ze vroegen hem zijn mond te houden
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor ziekte heeft de vrouw die Jezus onderweg naar het huis van Jaïrus aanraakt?
A
Zij is blind.
B
Zij kan niet lopen.
C
Zij is melaats
D
Zij vloeit al heel lang bloed.
Slide 10 - Quizvraag
Jezus bevrijdt iemand van een ‘legioen’ aan boze geesten. Deze boze geesten vragen hem:
A
Ze vragen of ze in een kudde varkens mogen gaan.
B
Ze vragen of ze in een kudde schapen mogen gaan.
C
Ze vragen of Jezus hen wil terugsturen naar de hel.
D
Ze vragen of ze bij Jezus mogen horen.
Slide 11 - Quizvraag
Waarom zijn de discipelen onder de indruk na de storm op het meer?
A
Omdat Jezus tijdens de storm zo rustig lag te slapen.
B
Omdat ze nog nooit zo’n heftige storm mee hadden gemaakt.
C
Omdat de wind en het water Jezus gehoorzamen.
D
Omdat ze geschrokken zijn van hun eigen ongeloof.
Slide 12 - Quizvraag
Hoe reageerden de discipelen toen ze Jezus over het water zagen lopen?
A
Ze waren blij om Hem te zien!
B
Ze waren verbaasd dat Jezus dat kon
C
Ze waren bang
D
Ze waren boos dat Hij nu pas kwam
Slide 13 - Quizvraag
In welke plaats veranderde Jezus water in wijn?
A
Kapernaüm (Kafarnaüm)
B
Kana
C
Nazareth
D
Betanië
Slide 14 - Quizvraag
Bij de Schaapspoort in Jeruzalem was een bad dat Betesda genoemd werd. Daar lagen veel zieken. Jezus zag daar een man die al heel lang ziek was. Hoe lang was deze man ziek?
A
We weten alleen dat het ‘een lange tijd’ was
B
10 jaar
C
20 jaar
D
38 jaar
Slide 15 - Quizvraag
Hoe zou jij de vraag 'wat is een wonder?' beantwoorden?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Ook in de Bijbel zie je dat mensen heel verschillend reageren op de wonderen van Jezus. Lees Matteüs 8:28-34. Hoe reageren mensen daar op het wonder van Jezus?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Slide 23 - Video
Slide 24 - Tekstslide
Mattheus 9:2-8
Slide 25 - Open vraag
Mattheus 9:32-33
Slide 26 - Open vraag
Mattheus 14:15-21
Slide 27 - Open vraag
Marcus 5:22-24
Marcus 5:38-43
Marcus 5:38-43
